Athos 17 mei 2016

26 januari 2025 0 Door Harmen Strikwerda

Een ‘lege’ dag zonder schoen.

Dagboeknotitie
Ik laat alle bellen, klokken en semantrons voorbij gaan en sta met John en Harry op. Voor het eten de werkspullen voor de dag klaarleggen. Na de ochtendmaaltijd vertrekken ze snel. Ik doe een wasje en ga wat lezen. Het is stil in het klooster, tussen twee pelgrimsgroepen in1.

Al rond 12:00 uur krijg ik mijn al schoen terug. “Waar kom je vandaan? Ollandia? Je kunt hiermee naar Ollandia lopen, die laat niet meer los”. Natuurlijk loop ik direct richting arsanás, ik kom John en Harry tegen het einde van het pad tegen. Ze lopen terug om te lunchen maar vinden het ook wel mooi voor de dag.

Terug in het klooster loop ik naar monnik David. Hij was de ‘vaste’ begeleider van br. Silouan (Gerard) toen hij hier 12 jaar geleden probeerde monnik te worden. David heeft zijn huis in de moestuin en is net aan het eten. We spreken voor later af. Ik heb wat foto’s gemaakt en stuur die naar Gerard. Hij reageert snel en vraagt me de hartelijke groeten over te brengen aan David. Hij heeft goede herinneringen aan hem, beter dan aan de hegoumen (abt). Het is best een verdrietig verhaal hoe het toen is gegaan. Een verhaal ook over ego. Veel ego.

  1. Het is niet de bedoeling dat je langer dan één nacht in een klooster bent. Tenzij met speciale toestemming van de hegoumen of op uitnodiging. Dus ’s middags komen de pelgrims, vieren de vespers mee, eten en gaan slapen. De volgende dag vieren ze (eventueel een deel van) het nachtofficie en de liturgie. Na de ochtendmaaltijd vertrekken ze dan naar het volgende klooster. ↩︎