
Athos 16 mei 2016
The Brotherhood of the Lopper. Ofwel: De Broederschap van de Takkenschaar. Zo noemen de pathclearers zichzelf ook.
De eerste werkdag. Richting The Way of the Bey en terug. En mijn eerste pech: een losse schoenzool.
Dagboeknotitie
We gaan rond 8:00 uur op pad. Snel en eenvoudig ontbeten met gedroogd brood, olijven, jam en thee. Geen liturgie dus. Takken- en heggenscharen mee, boog- en handzagen. Bordjes, stickers, hamer en spijkers. Voor de zekerheid een GPS apparaat want je weet maar nooit.
We gaan het voetpad bijwerken naar de heuvelrug waar het voetpad van Karyes naar onder andere Vatopedíou loopt. Vroeger een belangrijk monopatí en omdat er wat bouwwerkjes stonden in Ottomaanse stijl wordt het ook wel The Way of the Bey genoemd. Het is niet een heel lang pad, maar wel met wat pittige, korte ups and downs. Eerst direct 45 meter naar beneden, van 230 naar 185 meter en dan stijgen naar 420 meter.
Ik ga voorop met de grote takkenschaar om de hogere en dikkere takken weg te halen (ook regelmatig met de boogzaag). Ik ben mijn eigen meetlat, als ik mijn hoofd stoot hangen de takken te laag. Harry volgt met de heggenschaar voor het lagere snoeiwerk en John doet het narooiwerk. Goed team. Op afslagen en waar het pad wat minder duidelijk lijkt halen we extra veel weg en plaatsen we richtingsbordjes. Op een aantal plekken hangen we extra pijlen en oranje linten in de bomen. Zo werken we onze weg naar boven en zijn na 4 uur doorwerken op de ‘ridge’, mooi op tijd voor de lunch.
Na ruim een uur gaan we terug. Onderweg vervangt Harry (die eindverantwoordelijk is) nog wat bordjes en pijlen. De wandeling terug duurt ruim een uur. En het lijkt raar, maar we zijn John onderweg kwijtgeraakt. Hij loopt wat langzamer dan Harry en ik, en vind zijn weg terug uiteindelijk toch.
Ik heb in 2002 Lowa’s gekocht, bergschoenen, en heb daar in 14 jaar eigenlijk nooit iets mee gedaan, behalve in het vet zetten en waterafstotend maken. Maar soms, en dat weet ik nu, moet je ook de zolen en de zoolaanhechting -laten- controleren. Dus, ja, er zit een zool los. En dat is erg vervelend voor het werk, want op slippers kun je dit niet doen, zeker niet op die badslippers die ik bij me heb. Maar de monniken weten raad, ze hebben vaker met dit bijltje gehakt en hebben speciale lijm. Het betekent alleen wel dat ik mijn schoen een etmaal kwijt ben en dus morgen niet kan werken. Heel vervelend! Harry en John beginnen dan met het wat gemakkelijker pad van het klooster naar de arsanás. Het is niet ver en ook niet heel moeilijk, het meeste werk zit waar het voetpad begint vanaf de arsanás. De ingang moet helemaal worden vrijgemaakt van -vooral- brem.
Ik hoop echt dat mijn schoenzool morgen weer vast zit.